Auteur:  Sofie Vanlommel

Ruim 23.000 ex-partners betalen de alimentatie niet waar hun kinderen recht op hebben. Om te voorkomen dat zij in armoede belanden, krijgen 7.500 gezinnen daarom een voorschot van de overheid. De Dienst voor Alimentatievordering (DAVO) bekijkt nu of er meer mensen in aanmerking kunnen komen voor ondersteuning.

5 procent van alle Belgische huishoudens heeft recht op alimentatie. Daarvan zijn er bijna 180.000 gezinnen met kinderen, waarvan 13 procent niet het onderhoudsgeld krijgt waar het recht op heeft omdat de ex-ouder de alimentatie niet kan of niet wil betalen. Gezinnen met slechts één ouder, en dan vooral alleenstaande moeders, hebben een groot risico om in armoede te belanden. Om dat te voorkomen, werd bijna tien jaar geleden de DAVO opgericht. Die dienst moet achterstallige bedragen terugvorderen, en gezinnen een voorschot geven op het onderhoudsgeld. Niet iedereen komt daarvoor in aanmerking: alleen wie een inkomen heeft dat lager ligt dan 1.300 euro, kan een voorschot krijgen. Voor elk kind wordt de limiet met 62 euro verhoogd.

Uit berekeningen van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) blijkt dat ruim 12.000 gezinnen die geen of te weinig alimentatie krijgen, dat voorschot zouden kunnen vragen. Op dit moment worden 7.500 gezinnen geholpen. "DAVO bereikt zo'n 70 procent van de mensen die er recht op hebben, en dat is een goed resultaat", vindt Jozef Pacolet van het HIVA, die de dienst onder de loep nam. "Vooral grote gezinnen, met drie of meer kinderen, kloppen bij DAVO aan. Dat komt omdat zij sneller in de armoede dreigen te belanden als de alimentatie niet betaald wordt. Want dat heeft een serieuze impact, een inkomensverlies van gemiddeld 22 procent. Vooral voor alleenstaande vrouwen met kinderen is dat een zware dobber."

Het plafond dat DAVO hanteert, ligt een stuk lager dan de officiële armoedegrens. Die bedraagt voor een alleenstaande zo'n 990 euro, per kind komt er 300 euro bovenop. Voor een gezin met drie kinderen betekent dit dat zij officieel in armoede leven als er minder dan 1.900 euro binnenkomt.

CD&V, sp.a, Groen, Ecolo en PS dienden al wetsvoorstellen in om het plafond van 1.300 euro dat DAVO gebruikt dichter bij de officiële armoedegrens te brengen, om meer mensen van de armoedeval te redden. Als die grens op 1.800 euro wordt gelegd, zou DAVO 71 procent van de gezinnen kunnen helpen die geconfronteerd worden met wanbetaling. Het nettobudget van de dienst zou dan moeten stijgen van 20 naar 28 miljoen, zo berekende het HIVA. Toch is ook deze verhoging geen wondermiddel, meent Pacolet. "Je verzekert meer mensen, maar voor de grote gezinnen is die limiet van 1.800 euro om een voorschot te kunnen krijgen, te laag. Terwijl zij het echt nodig hebben. Dat zou je kunnen verhelpen door beter te gaan kijken naar de verschillen tussen gezinnen, en via een aangepaste kinderbijslag die verschillen op te vangen."

De tweede taak van het DAVO, het terugvorderen van achterstallige bedragen, verloopt heel wat moeizamer. Zo slaagt de dienst er gemiddeld in om slechts 20 procent van de totale uitstaande schuld terug te halen. Toch kan je niet zeggen dat de dienst haar werk niet goed doet, zegt Pacolet. "Een kei kan je het vel niet afstropen", zo vat hij het in zijn studie samen. Bijna 40 procent van de wanbetalers heeft een leefloon, of een inkomen dat na betaling van alimentatie onder de leefloongrens valt. Het is DAVO bij wet verboden om bij hen het voorgeschoten of achterstallige bedrag terug te vorderen. "Zolang de wet zo blijft, is het een illusie dat je dat bedrag ooit terugziet."

Echtscheiding
Tags: 
Alimentatie, Onderhoudsgeld, Onbetaalde alimentatie, DAVO
Categorie: 
Bel of mail voor een afspraak om u te begeleiden om tot een oplossing te komen

Getuigenissen