In een vorig artikel werd uitgelegd hoe de waarde van een eigen inbreng in het huis wordt bepaald. Maar wat gebeurt hoe als er gemeenschappelijk gespaard geld werd geïnvesteerd voor de instandhouding, renovatie of verbetering van de woning die 100% eigendom is van één van de partners?
Dit wordt duidelijk met een voorbeeld.
C heeft een eigen woning gekocht vóór hij met D trouwde; kostprijs 250.000 €. Na enkele jaren huwelijk beslist het koppel om de woning te renoveren. De werken kosten 50.000 € en worden betaald met gemeenschappelijk spaargeld van C en D. Het gemeenschappelijk deel (50.000€) is dus 1/6. Jaren later scheiden C en D en de woning wordt verkocht of geschat op 420.000 €. De waarde van het gemeenschappelijk deel van C en D is 1/6 van de meerwaarde, zijnde 1/6 van 120.000 (420.000- 300.000) = 20.000 € of anders berekend: 1/6 van 420.000 € = 70.000 € of nog anders: initieel 50.000 + 20.000 meerwaarde.
Moet dit zo geregeld worden? Neen. In een bemiddeling komen partners overeen wat zij redelijk achten. Maar dit betekent niet dat bij het overeenkomen primaire basisregels en wetten niet gerespecteerd (moeten) worden. Het is aan de bemiddelaar om minimaal de partners te informeren. Niet om verdeeldheid te zaaien maar wel omdat het de plicht is van de bemiddelaar om de partners op een degelijke correcte manier te informeren.