Goeie ex is beter dan verre vriend

Gescheiden ouders zoeken volop naar manieren om samen hun kinderen te blijven opvoeden. Nu co-ouderschap wettelijk geregeld en ingeburgerd is, en de voor- en nadelen daarvan duidelijk zijn, is living together apart aan een stille opmars bezig. Geen partners meer, maar toch nog huisgenoten, buren of flexibele bondgenoten in een nieuw avontuur. Een getuigenis.

Paul Zuiker (51) klopt op de deur en stapt vervolgens meteen binnen in het appartement van Marian Hoblets (53). Dat is zijn ex, en ook zijn buurvrouw. We lopen door tot in haar tuintje. Zij heeft thee gezet, hij heeft appeltaart meegebracht, maar eet er niet van. ‘Ik ben gestopt met suiker eten’, zegt hij. ‘O, dat wist ik nog niet’, zegt zij.

Toen hun kinderen klein waren, woonden ze samen in het wooncomplex, dat in de groene rand rond Nijmegen ligt. Maar aan hun huwelijk kwam een eind. Gevolg: Paul ging tachtig kilometer verder wonen en de kinderen bleven bij Marian. Om de andere week gingen ze in het weekend bij Paul op bezoek. Ziedaar een klassieke scheiding.

Naast elkaar wonen

Het beviel Paul niet. ‘Elke keer als de kinderen terug moesten, voelde het als een rib die uit mijn lijf werd gescheurd. Ik miste hen verschrikkelijk, en zij mij. Vooral onze zoon had nood aan meer contact met zijn vader.’
Nu woont Paul met zijn tweede vrouw, Eskeline, en hun twee jonge kinderen in het appartement waar hij vroeger met Marian en de kinderen woonde. Marian woont in een kleinere flat ernaast.
‘Twee jaar nadat ik was weggegaan, hoorde ik van Marian dat onze vroegere flat vrijkwam’, zegt Paul. ‘Eskeline wilde hier toen nog niet komen wonen. Terecht. Zij begreep beter dat ik emotioneel nog niet over de scheiding heen was. Dat moet je laten uitwerken. Nog eens twee jaar later kwam de flat opnieuw vrij. En omdat we al lang vergeefs naar een geschikte woonst dichterbij zochten, zijn we dan toch hierheen gekomen. Toen was ik er klaar voor.’

Het grote voordeel van dat samen onder een dak leven is dat de kinderen van Paul en Marian niet meer hoefden te verhuizen. Ze konden hun eigen kamer behouden: de ene kamer behoort bouwkundig tot het appartement van Paul, de andere tot dat van Marian. De twee kamers liggen naast elkaar in het gebouw en zijn met een deur verbonden. Die zat er in het begin niet.

Ego opzij zetten

‘Het was een idee van Eskeline’, zegt Marian, die toegeeft dat ze eraan moest wennen. ‘De beslotenheid van mijn eigen flat werd doorbroken. Op elk moment kunnen er nu mensen door die ene deur binnenkomen. En het is niet de voordeur. Ik moest daar toch mijn ego voor opzijzetten.’
Paul stapte in het begin eens door die deur tot in de badkamer van Marian, omdat hij haar iets wilde zeggen. Hij had er niet bij nagedacht. ‘Ik voelde meteen dat het niet klopte.’
En dus kwamen er extra sloten op de slaapkamers van de kinderen, die van buitenaf kunnen worden afgesloten. Als de kinderen bij Paul zijn, doet Marian zo’n deur op slot. In de andere week draait Paul de sleutel om.
Al zijn ze daar flexibeler in geworden nu de kinderen groter zijn. Marian: ‘Als ik vermoed dat onze zoon laat gaat stappen, doe ik de deur niet op slot, want dan weet ik dat hij langs mijn flat naar zijn kamer gaat. Ook als hij eigenlijk bij Paul is. Omdat hij anders door de hele flat van Paul moet en daarbij riskeert te veel lawaai te maken. Daar worden de jonge kinderen wakker van en ook Paul is een lichte slaper.’ Het is slim gezien van hun zoon, want Paul hanteert strengere regels: ‘Ik verlang van hem dat hij ten laatste om 3 uur thuis komt. Marian is daar coulanter in.’

Kinderen van gescheiden ouders willen niet hoeven te kiezen

Vonden de kinderen het nooit verwarrend? Paul: ‘Het gebeurde dat ze vroegen: bij wie zijn we vandaag ook weer? Onlangs kwam onze oudste dochter langs toen Eskeline en ik en de kinderen net gingen barbecuen. Ik vroeg of ze mee wilde aanschuiven. Gek genoeg blokkeerde ze op die vraag. Ze kon er geen antwoord op geven. Tweeëntwintig jaar, en nog altijd niet kunnen kiezen!’
Hij begrijpt het wel: ‘Kinderen van gescheiden ouders willen niet hoeven te kiezen. Ik moet zoiets niet aan mijn dochter vragen, ik moet dat regelen via Marian.’

Eigenlijk zijn er alleen maar voordelen aan hun manier van wonen, vindt Marian: ‘Gisteren vertelde onze zoon me dat hij blij is dat wij gescheiden zijn.’
Paul: ‘O ja?’
Marian: ‘Ja, want anders zouden zijn halfbroer en halfzusje er niet geweest zijn. Zelf vind ik het ook fijn voor hem dat hij die heeft, en dat ze echt samen zijn opgegroeid. Het is leuk om te zien hoe ze over het gras rollen. Spelen met de kleintjes roept in hem andere kanten naar boven. Dan is hij niet die stoere tiener.’

Op een goede manier uit elkaar

Paul: ‘We hebben onze kinderen niet de continuïteit kunnen bieden die we zelf van onze ouders hebben gekregen. Maar we hebben ze kunnen laten zien hoe je op een goede manier uit elkaar gaat. Het vraagt wel een inspanning, vooral van nieuwe partners. Eskeline wilde met mij een nieuw leven starten, maar kreeg er mijn verleden bij. Hier komen wonen, was van haar kant toch een offer.’

Marian heeft een vriend gehad die het moeilijk vond om voortdurend met haar oude leven geconfronteerd te worden, maar haar huidige vriend heeft er vrede mee. Niet dat de twee gezinnen elkaars deur platlopen. Marian: ‘Eskeline en ik lenen elkaar boeken uit en we maken elkaars brievenbus leeg als we met vakantie gaan.’

‘Beter een goede buur dan een verre vriend’, zegt Paul. Ook als die goede buur een ex is.

Vanaf vandaag ligt het boek Scheiden als partners, samenleven als ouders in de winkel. Boek dat Jos Willems samen met Brigit Appeldoorn en Maaike Goyens schreef. Het bevat meer dan twintig getuigenissen, samen met heel wat aanbevelingen en tips voor ouders die scheiden.

De Standaard - Auteur: Veerle Beel

Ouderschapsbemiddeling
Tags: 
Boeken, Ouderschap, Co-ouderschap, Communicatie, Kinderen
Categorie: 
Bel of mail voor een afspraak om te zien wat wij voor u kunnen betekenen

Getuigenissen