Een gehuwd koppel met drie kinderen (waarvan één minderjarig en twee meerderjarig, maar nog studerend) zoekt bemiddeling bij hun echtscheiding. Beide ouders hebben een niet-Belgische nationaliteit en zijn in het buitenland gehuwd. Mevrouw heeft op het ogenblik van de bemiddeling geen inkomen (gemeenschappelijke beslissing: mevrouw blijft thuis om de zorg van de kinderen op te nemen).
Er is een gezamenlijke vennootschap, opgericht tijdens het huwelijk, een gemeenschappelijke woning en een complexe mix van roerende goederen (zie verdere uitdagingen).
De grootste uitdaging ligt in de complexiteit en het cross-border aspect (activa verspreid over verschillende landen en in verschillende valuta), de fiscale impact en correct waarderen van het vermogen. Mijnheer en mevrouw hebben navolgende wensen:
Een gedetailleerd uitgewerkte EOT-overeenkomst waarin duidelijkheid wordt geschept over welke middelen aan welke partner toekomen (ook in de toekomst bij het vrijkomen van beleggingsportefeuilles en groepsverzekeringen). Een mechanisme in de verdeling werd gevonden om mevrouw in staat te stellen de woning over te nemen. Met een vermogensplanner werd gezocht naar oplossingen die mevrouw in staat stelden een maandelijks inkomen te genieten uit het beschikbaar gesteld vermogen. Dit alles in de meest fiscaal vriendelijke opstelling.
Een verblijfsregeling werd uitgewerkt met de nodige flexibiliteit maar toch garanderen van het in stand blijven van de band tussen vader en kinderen (gezien de afstand) – er werd voorzien in periodes waarin de vader in België verbleef met de kinderen in de gezinswoning.
Elke partner kon zorgeloos een nieuwe start maken, met respect naar elkaar en als blijvend ouders voor de kinderen.